Voordrachtfestival 2020 - Recensie Stedelijk Gymnasium

Tijdens de derde en laatste avond van het 33e Voordrachtfestival wordt met trots het spelersensemble van het Stedelijk Gymnasium aangekondigd door docent Caroline. Jongens en meisjes komen op vanuit het publiek terwijl ze een voor een worden voorgesteld aan de toeschouwers. Dit belooft wat. Het zindert en het gloeit van podiumpret onder het 8 koppig ensemble. Het is muisstil. De spelers komen nogmaals op vanuit de coulissen en stellen zich op  in een rij, gezicht naar het publiek. Er is onderling oogcontact met de vraag ‘Wie wijkt af en wie niet? Wie doet mee en wie weigert?’ Iedereen zet in goed fysiek geacteerd spel een clownsneus op behalve één  De outsider, de zonderling, de eigenheimer, de dwarsdenker, de rebel.

Kostuums zijn zwart wit en alledaags. Overgangen verlopen soepel evenals de changementen. Er is een lekker tempo en een aantrekkelijke dynamiek in deze voorstelling. Het ensemble maakt gebruik van redelijk wat gedichten en poëzie zonder hoogdravend te willen zijn of buitengewoon literair. Remco Campert, Joke van Leeuwen, Ted van Lieshout, Hans Andreus, Annie MG Schmidt en Jules Deelder worden gereciteerd. Tussendoor wordt een lied gezongen door twee breekbare stemmen begeleid door pianoklanken en klinkt er enkele malen gedurende de voorstelling een fragment van Queen door de speakers (‘I want to break free’)

De sterkste momenten uit deze voorstelling zijn wanneer het publiek uitgenodigd wordt het podium te betreden. De eerste keer betreft het een meisje dat toegeeft dat ze op school een twee heeft gehaald. Ze wordt toegedicht met zachte woorden over mogen (en durven) falen. Uiteindelijk dient het gehele publiek te reciteren: ‘Lang leve de zwakke broeders en zusters, lang leve de domoor.’  Bij een tweede maal interactie met het publiek worden twee mensen meegenomen naar de Spaghettikerk die een aanklacht blijkt tegen religie en dogma. De gulle lach van het publiek van rondvliegende slierten met bijbehorend dansje.

Interessant om te bekijken is de kalme uiteenzetting over de kip en het ei alsook een krachtige scene met stampende stokken. Met behulp van simpele maar doeltreffende theaterbeelden en attributen, weet deze voorstelling het verhaal te vertellen van de outsider, hoe het is om af te wijken en anders te denken. Zonder het er al te dik bovenop te leggen, wordt het thema consequent gehanteerd in elke scene. Zo lijken op het eerste gezicht twee oude vrouwtjes (Toon Tellegen) niet relevant voor het thema Rebellen en Dwarsdenkers maar voor wie goed kijkt en luistert ziet dat deze twee dametjes een nogal afwijkende vriendschap hebben die evenwel goed werkt. Dit ensemble beschouwt hoe het ook anders kan, hoe je anders tegen de dingen aan mag kijken.

Gaandeweg de voorstelling komt er steeds meer ontspanning en lol tevoorschijn bij de zeer jonge spelers (brugklassen 1, 2 en 3) De groep is zeker van zichzelf en van elkaar, beweegt vloeiend en spreekt met gemak en met een goed tekstbegrip. Hier en daar kan een tekst nog wat meer ‘geproefd en gesmaakt’ worden daar het spreektempo soms wat hoog ligt.  Als alle spelers een zonnebril opzetten en een gedicht van Jules Deelder voordragen, knikt de recensent (zelf een dichter) zeer tevreden. Wat een rijkdom om werken van beroemde dichters en schrijvers uit het Nederlandse taalgebied zo levendig en theatraal te mogen meemaken.

De rebel zet aan het eind van de voorstelling een clownsneus op waar de rest de neus afdoet. Een mooi statement weer over je eigen weg gaan zonder moralistisch of illustratief het thema van rebellen en dwarsdenkers aan te kaarten.  Al met al, een sympathieke voorstelling die trouw blijft aan de essentie van het voordrachtfestival, namelijk: voordragen. Met hier en daar een theatrale of muzikale ondersteuning, is het Stedelijk Gymnasium een waardige deelnemer van dit mooie festival.

Marjolein Pieks (Stichting Poëtisch)

Download deze tekst hier als Word-document